Het Kaokoveld

De bush in! We zijn eerst naar Sesfontein gereden om voor de laatste keer te tanken. We hebben nu 150 liter diesel mee, goed voor zo’n 1200 kilometer. De Nederlandse camping eigenaar had ons een adres gegeven van een lodge waar we wel springbok en oryx vlees konden kopen als we zijn naam noemden. Natuurlijk hebben we dit gedaan. Vanaf Sesfontein zijn we de rivierbedding van de Hoanib River ingereden, op zoek naar diertjes en op weg naar het Kaokoveld.

Het Kaokoveld is een afgelegen gebied in het noordwesten van Namibië waar vrijwel geen wegen zijn. Alleen 4×4 tracks en eigenlijk niemand woont er op een paar Himba dorpjes na. Ter vergelijking dit afgelegen gebied is ter grootte van provincies Noord-Holland en Zuid-Holland samen. In het noorden van het Kaokoveld is de Marienfluss, een vallei die relatief groen is en uitkomt bij de Kunene rivier, wat ook de grens met Angola is.

Op pad

De eerste dag hebben we bijna geen dieren gezien behalve een paar vogels, springbok en oryx. Allebei vonden we het wel spannend om ergens te overnachten waar ook olifanten en leeuwen kunnen rondlopen. ’s Avonds in de tent zaten we nog te luisteren of we iets hoorden.

In de ochtend hebben we weer woestijnolifanten gezien! We zijn er een stuk of vijf tegengekomen. In de rivierbedding was een soort eilandje van groen. Daar stond een olifant met een paar oryxen en apen.

Uiteindelijk moesten we een steile helling op om de rivierbedding uit te komen. Dit vond Odette zo eng, dat ze een beetje in paniek raakte. Uiteindelijk hebben we een stuk omgereden om een makkelijkere helling te nemen. ’s Middags ging de tocht over een enorme vlakte om uiteindelijk weer bij een rivierbedding te komen. Deze liep door een kloof en was groen. Hier hebben we een mooie plek gevonden om te slapen. Bij aankomst zijn we op het dak gaan zitten met een flesje wijn. We hebben het vooral gehad over wat we willen in het Kaokoveld en dan vooral onze persoonlijke doelen.

Odette vond het vandaag erg zwaar en heeft nagedacht of ze echt wel naar het Kaokoveld wilde. Uiteindelijk besloot Odette dat ze het wel wilde omdat ze anders dacht spijt te krijgen als we terug gaan. Toch wel grappig dat de eerste zware dag helpt bij het maken van de beslissing.

Het Kaokoveld in

De volgende dag hebben we water bijgevuld in Purros en het Kaokoveld ingereden. De weg was zo vreselijk gecorrodeerd, met name de eerste 30 kilometer. Later werd het beter, maar er waren nog steeds veel slechte stukken. Op een gegeven moment zijn we gestopt op een totaal lege zwarte vlakte, wauw! We wilden een heuveltje (dachten we) oplopen, maar de top bleek steeds verder weg te liggen. Toch grappig dat we geen diepte konden zien.

In dit deel van Kaokoveld staan een paar olievaten (oranje, groen, blauw, rood) die als oriëntatiepunt dienen. We hebben kamp gemaakt in de buurt van Bloudrom. Odette was zo gesloopt dat ze toen het eten klaar was besloot dit over te slaan en vroeg naar bed te gaan. Jesse heeft nog even bij het vuur gezeten en onder een heldere sterrenhemel zich ontfermd over gegrilde pompoen en het grote stuk Oryxsteak wat minimaal 500 gram was.

Marienfluss

We hebben Marienfluss gehaald! Vanaf Bloudrom was het niet zo heel ver meer, dus het was een rustige dag. We zijn langs een aantal Himba-dorpen gereden. Bij een kwam een man naar ons toegerend met de vraag of we pijnstillers hadden voor twee vrouwen omdat beide last van hun knieën hebben. Natuurlijk lieten we deze kans niet voorbij gaan om in een Himba-dorp te kijken. Odette heeft aangeboden om te helpen aangezien ze vroeger fysiotherapeute was. Er was een traditioneel Himba gezin en een gezin die op doorreis waren en gestrand. De Himba dame had vermoedelijk artrose aan beide knieën en we konden helaas weinig betekenen op een paar pijnstillers na.

We hoeven geen lift voor 200 kilometer. Er komt een auto ons over een paar weken halen.

Gezin gestrand in Marienfluss, Kaokoveld.

Het gezin was op bezoek geweest bij familie op een paar dagen lopen afstand en waren nu lopend op weg terug naar Opuwo, 200km verderop. De vrouw was gevallen en verkeerd terecht gekomen. We wilden eerst naar de grens met Angola rijden voordat we richting Opuwo zouden gaan. We hebben aangeboden om ze op de terugweg op te pikken en een lift te geven naar Opuwo. Ze wilden hier geen gebruik van maken omdat er in Opuwo geld voor brandstof was verzameld en de auto zou binnen een paar weken hun kant opkomen. Wel gaven ze ons geld mee en wat jerrycans voor water met het verzoek of wij bij een winkeltje wat meel konden kopen en schoon water meenemen.

We hebben een prachtige route gereden door de Marienfluss naar de rivier wat tevens de grens met Angola is. De volgende dag hebben we de beloofde boodschappen gedaan en deze afgegeven bij het Himba-dorp. We mochten nog even rondkijken en hebben nog een paar foto’s gemaakt, zonder de toerist te voelen.

Op weg naar bewoonde wereld.

Hierop volgde een heftige rit richting Opuwo. We moesten al snel de bergen in en de weg was erg slecht en soms heel steil, pittig dus. George maakte ondertussen vreemde bonkende geluiden die we niet konden plaatsen. We dachten uiteindelijk dat er wat losse dingen achterin lagen die op deze wegen een eigen leven waren gaan leiden. Rond 16:00 zijn we gestopt omdat we niet midden op de pas, wilden strandden. We stonden onder de eerste baobab die we zijn tegengekomen. Prachtig!

De volgende dag zijn we de pas over gegaan. Dit was een behoorlijk steile pas, en we zijn onzeker of deze pas wel een weg, 4×4 track of anderszins was. De geluiden begonnen steeds erger te worden. Toen we stopten voor koffie is Jesse nogmaals onder George gekropen en toen tot de conclusie gekomen dat de rubbers van de vooras compleet weg waren geslagen. De vooras had daardoor een speling van ruim 10cm en dit gaf dat verschrikkelijke geluid. Jesse heeft de voorste aandrijfas verwijderd en er wat hout tussen geslagen waar eerst de rubbers zaten. Dit leek wel eventjes te helpen, maar om de paar kilometer moest er nieuw hout tussen. We moesten op dat moment nog 160 kilometer onverharde wegen naar Opuwo.

Toen we mobiel bereik hadden, hebben we de boer / Land Rover specialist uit Keetmanshoop gebeld voor advies. Die gaf als bushfix aan om de moeren te verwijderen en er stukken rubber tussen te doen en ze weer vast te zetten. In een Himba dorpje hebben we een oude autoband geregeld in ruil voor kleren. Helaas was dit geen succes want we kregen de moeren niet los. Tevens ging de lokale alcoholist zich er mee bemoeien en de sfeer werd grimmig. We zijn maar snel vertrokken.

Redden we het?

Bij elke hobbel zaten we allebei ingedoken en af te wachten of de vooras het zou houden of niet. Pas laat in de middag kwamen we aan in Opuwo waar we eerst nog 16 drempels moesten overleven. Opgelucht kwamen we bij een lodge aan waar ook een camping was. Deze lag alleen op een heuvel en in een steile bocht naar boven haperde de motor van George, de dieseltank was echt leeg. Gelukkig zat er nog net voldoende in om boven te komen en konden we bijvullen met diesel uit de laatste jerrycan.

Op de camping kwamen we een Nederlands stel tegen van onze leeftijd. Ze zagen hoe kapot we waren en boden heel lief aan om voor ons eten klaar te maken terwijl wij konden douchen. We hebben de avond met ze doorgebracht en verhalen uitgewisseld bij een kampvuur onder een heldere sterrenhemel.

Terugkijkend

Het Kaokoveld is niet zonder gevaren. Als je daar een ongeluk krijgt kan het inderdaad een paar dagen duren voordat er een mens langskomt. Geadviseerd wordt om met meerdere auto’s het gebied in te gaan vanwege veiligheidsredenen. We hebben ons goed ingelezen over de risico’s en waren ons er van bewust dat als we over de kop zouden vliegen of ander ongeluk zouden krijgen hulp wel eens een paar dagen kon duren. We hadden tussen ons in een rugzak staan met 4 liter water, satelliettelefoon en verbanddoos. De afspraak was expliciet red eerst jezelf EN de rugzak, daarna pas de ander.

Uiteindelijk zijn we van 4 oktober tot 9 oktober zes dagen in het Kaokoveld geweest en hebben zo’n 800 kilometer offroad gereden. Mentaal en fysiek was dit één van de zwaarste, maar tevens indrukwekkendste delen van de reis. Je voelt je zo klein en nietig. Zeker als je beseft dat we in deze zes dagen wellicht 10 auto’s zijn tegen gekomen en we hier twee dagen geen auto tegen gekomen en één dag zelfs geen levend wezen op een paar vogels na.

Relevante links