Privé zandduin en appeltaart
Na ons verbaasd te hebben over de absurditeit van een middeleeuws kasteel in de Namibië zijn we doorgereden naar achteraf gezien een van de hoogtepunten voor ons in Namibië. We hebben die avond gekampeerd bij de NamibRand Family Hideout. We hadden een kampeerplek met een waterhole op 50 meter en een prachtige privé zandduin voor een schitterende zonsondergang. Vanaf de duin konden we met onze fles wijn helemaal om ons heen kijken naar de prachtige kleuren op de bergen. Later kwamen er nog twee oryxen en een springbok bij het water drinken. Hieronder het uitzicht vanaf de privé zandduin op onze kampeerplek. Als je goed kijkt kun je George zien staan.
Nadat we de volgende dag nog een 4×4 rondje van een paar kilometer om onze privé zandduin hebben gereden zijn we naar toeristische highlight nummer één van Namibië gegaan, Sesriem en de Sossusvlei. Als eerste zijn we naar de Sesriem Canyon gegaan. De naam Sesriem komt van het feit dat men vroeger zes riemen nodig had om water uit de kloof te halen voor het vee. Nu kun je door de hele kloof lopen. ’s Middags hebben we genoten van zonsondergang onder het genot van een drankje. We vonden welverdiend na een flinke klim naar de top van een van de zandduinen. Daarna vroeg naar bed omdat de wekker op 5 uur staat…
Sossusvlei
Vlak voor zonsopgang gaat de gate open van de Sossusvlei waarna je nog 45 kilometer mag rijden naar Dune45. De maximale snelheid is 65km/uur in het nationale park, maar iedereen racet met 100-120km/uur naar Dune45. Iedereen wil als eerste zijn om de perfecte lijnen van de duin bij zonsopgang te zien. We waren niet de eerste maar hebben wel na een zware beklimming een mooie zonsopgang gezien.
Hierna zijn we naar de Sossusvlei gegaan. Vanaf een kleine duin hadden we uitzicht op de Sossusvlei waar zelfs nog wat water in stond met een verdwaalde flamingo. Aan de andere kant zagen we meerdere groepjes toeristen rondom George staan en zelfs foto’s nemen. De bus Aziaten met camera ontbrak ook niet. Na dit uitzicht en een kopje koffie zijn we naar Deathvlei gegaan. Dit is ook indrukwekkend met al die dode bomen en de witte ondergrond. Rond het middaguur is het hier wel vrij warm en we hebben geconcludeerd dat dit niet het beste moment van de dag was om Deathvlei te bezoeken.
Appeltaart en Swakopmund
Aan het einde van de dag zijn we naar Tsauchab River Camp gereden en hebben een paar dagen bij het zwembad uitgerust en aan George geklust, natuurlijk. We hadden een plekje onder een wilde vijg, waar een muis ook zijn huisje had en regelmatig zijn kopje er uit stak. Daarna hebben we onze weg vervolgd richting Walvisbaai. Onderweg zijn we gestopt in Solitaire waar de wereldberoemde appeltaart van Moose wordt verkocht. Het was een flink stuk en erg lekker, dus dat was direct onze lunch. Helaas is Moose in 2014 overleden aan hartstilstand.
Hierna zijn we over een oersaaie en slechte weg naar Swakopmund gereden. De dagen hierna hebben we heerlijk genoten van het stadje en een dagtochtje naar Walvisbaai gemaakt. Omdat Swakopmund het laatste grotere stadje was tot Maun in Botswana hebben we de laatste dingen aangeschaft. Toen we onze reis weer verder vervolgden en al uit Swakopmund waren, zijn we uiteindelijk toch weer teruggekeerd. Er trok ineens een zandstorm op en dat vonden we toch geen goed idee.
Relevante links
- Vorig verhaal: Rubbertjes en een kasteel
- Volgend verhaal: Welwitschia en Twyfelfontein
– - Foto Album: Namibië 2012
– - Algemene introductie van onze 2012 wereldreis: Afrika 2012
- Onze route met meer verhalen bij de pins: Route 2012